EMDR versus exposure-in-vivo bij kinderen met een spinfobie EMDR versus exposure in vivo in children with a spider phobia

Uitgevoerd een cross-over studie van de werkzaamheid van EMDR en in vivo exposure bij de behandeling van spinangst bij kinderen en adolescenten. Human Ss: 22 Nederlandse school-kinderen en adolescenten (leeftijd van 10-14 jaar) (spinangst). Ss werden getest, en hun galvanische huid reactie werd gemeten. Tests die worden gebruikt: De korte vorm van de Spider Phobia Questionnaire for Children (M. Kindt et al., 1996), de Self Assessment oefenpop (RL Hodes et al., 1985) en de gedragsmatige Vermijden Test. Behandelingen: alle SS werden behandeld met 1 sessie van in vivo blootstelling en 1 sessie van EMDR.

Conducted a cross-over study of the efficacy of EMDR and in vivo exposure in the treatment of spider phobia in children and adolescents. Human Ss: 22 Dutch school-age children and adolescents (aged 10-14 yrs) (spider phobia). Ss were tested, and their galvanic skin response was measured. Tests used: The short form of the Spider Phobia Questionnaire for Children (M. Kindt et al, 1996), the Self Assessment Manikin (R. L. Hodes et al, 1985) and the Behavioral Avoidance Test. Treatments: All Ss were treated with 1 session of in vivo exposure and 1 session of EMDR.

Magazine

Dutch

Hans van Haaften
Peter Muris
Birgit Mayer

van Haaften, H., Muris, P., & Mayer, B. (1996, July-August). EMDR versus exposure-in-vivo bij kinderen met een spinfobie [EMDR versus exposure in vivo in children with a spider phobia]. De Psycholoog, 7, 280-285